Iedereen is weleens bang. Angst is een normale en zelfs nuttige reactie op gevaar. Maar wanneer angst zo sterk wordt dat het het dagelijks leven beïnvloedt, kan er sprake zijn van een angststoornis. Dit komt voor bij zowel kinderen als jongeren en kan zich op verschillende manieren uiten.
Separatieangst (verlatingsangst)
Het is normaal dat jonge kinderen moeite hebben met afscheid nemen. Tot ongeveer 4 jaar kan een kind angstig reageren als een ouder weggaat. Maar als deze angst aanhoudt en extreme vormen aanneemt, kan er sprake zijn van een separatieangststoornis.
Kinderen en jongeren met separatieangst maken zich extreme zorgen over het welzijn van hun ouders en kunnen slecht tegen afscheid. Ze willen niet naar school, kampen met heimwee of durven niet te logeren. Ook kunnen ze last krijgen van lichamelijke klachten, zoals buikpijn of hoofdpijn, vooral op momenten dat ze gescheiden worden van hun ouders.
Sociale angst
Sommige kinderen en jongeren voelen zich erg onzeker in sociale situaties. Ze zijn bang om iets verkeerd te zeggen, uitgelachen te worden of in het middelpunt van de aandacht te staan. Dit kan ervoor zorgen dat ze sociale situaties gaan vermijden, zoals spreekbeurten, feestjes of zelfs school. Ze kunnen last krijgen van blozen, trillen, zweten of hartkloppingen wanneer ze in zo’n situatie terechtkomen.
Gegeneraliseerde angst (overmatig piekeren)
Kinderen en jongeren met een gegeneraliseerde angststoornis piekeren veel. Ze maken zich zorgen over school, vrienden, de gezondheid van hun ouders of zelfs over wat er in de wereld gebeurt. Dit piekeren is moeilijk te stoppen en kan leiden tot slaapproblemen, prikkelbaarheid en concentratieproblemen.
Dwangstoornis (OCD)
Sommige kinderen en jongeren hebben last van dwangmatige gedachten (obsessies) en handelingen (compulsies). Ze moeten bijvoorbeeld steeds hun handen wassen, dingen tellen of bepaalde rituelen uitvoeren om een naar gevoel te voorkomen. Dit kan veel tijd en energie kosten en hun dagelijks leven beïnvloeden.
Paniekstoornis
Bij een paniekstoornis krijgt een kind of jongere plotselinge angstaanvallen. Dit gaat gepaard met hartkloppingen, duizeligheid, zweten en een gevoel van paniek. Soms ontstaat er een angst om deze aanvallen opnieuw te krijgen, waardoor ze bepaalde situaties gaan vermijden.
Wat kun je doen?
Als angst een grote rol speelt in het leven van je kind of als je zelf als jongere merkt dat angst je belemmert, is het goed om hulp te zoeken. Angststoornissen kunnen ervoor zorgen dat je steeds meer situaties uit de weg gaat, wat de angst juist groter maakt.
In mijn praktijk help ik kinderen, jongeren en ouders om met deze angsten om te gaan. Samen kijken we naar de oorzaak van de angst en zoeken we naar manieren om hiermee om te gaan, zodat angst niet langer de baas is.
Herken je deze klachten bij je kind of bij jezelf? Neem gerust contact op. Je staat er niet alleen voor!
